5 Zoals u weet, hebben wij niet geprobeerd u met vleierij voor ons te winnen. God weet dat wij niet deden alsof, om op die manier geld van u los te krijgen.
6 Wij zijn er ook nooit op uit geweest eer van u of van anderen te krijgen, hoewel wij als apostelen van Jezus Christus wel op onze rechten hadden kunnen staan.
7 Wij zijn zo zacht en vriendelijk voor u geweest als een moeder voor haar kinderen.
8 Wij hadden zoveel liefde voor u gekregen, dat wij u niet alleen met plezier Gods boodschap brachten, maar zelfs ons leven voor u wilden geven.
9 U herinnert zich wel, vrienden, hoe wij ons voor u hebben ingespannen. Dag en nacht zijn wij in de weer geweest. Terwijl wij u het goede nieuws van God brachten, zijn wij niemand tot last geweest. Wij hebben ons eigen brood verdiend.
10 U bent, samen met God, onze getuigen dat wij in onze omgang met u zuiver, eerlijk en onberispelijk zijn geweest.
11 U weet toch hoe wij met ieder van u hebben gesproken als een vader met zijn kinderen.