6 Benadeel en bedrieg uw medemens op dit gebied niet. Wij hebben u gewaarschuwd dat als u zulke dingen doet, de Here u daarvoor zal straffen.
7 God heeft ons niet tot losbandigheid geroepen, maar tot een leven dat Hem is toegewijd.
8 Wie dit afwijst, is niet ongehoorzaam aan mensen, maar aan God, die ons zijn Heilige Geest geeft.
9 Over de liefde van christenen onderling hoef ik u niet te schrijven. God Zelf heeft u geleerd hoe u elkaar moet liefhebben.
10 Dat blijkt wel uit uw houding tegenover de christenen in heel Macedonië. Toch willen wij u er nadrukkelijk op wijzen dat die liefde moet blijven groeien.
11 Zet u volledig in om een rustig leven te leiden, bemoei u met uw eigen zaken en verdien uw eigen boterham, zoals we dat al eerder hebben gezegd.
12 Dan zullen buitenstaanders u vertrouwen en respecteren en u zult bij niemand uw hand hoeven ophouden.