8 Wie dit afwijst, is niet ongehoorzaam aan mensen, maar aan God, die ons zijn Heilige Geest geeft.
9 Over de liefde van christenen onderling hoef ik u niet te schrijven. God Zelf heeft u geleerd hoe u elkaar moet liefhebben.
10 Dat blijkt wel uit uw houding tegenover de christenen in heel Macedonië. Toch willen wij u er nadrukkelijk op wijzen dat die liefde moet blijven groeien.
11 Zet u volledig in om een rustig leven te leiden, bemoei u met uw eigen zaken en verdien uw eigen boterham, zoals we dat al eerder hebben gezegd.
12 Dan zullen buitenstaanders u vertrouwen en respecteren en u zult bij niemand uw hand hoeven ophouden.
13 Over wat er gebeurt met christenen die sterven, willen wij u niet in het onzekere laten. U hoeft over hen geen verdriet te hebben, zoals de mensen die zonder hoop leven.
14 Want zoals wij geloven dat Jezus na zijn dood weer levend is geworden, geloven wij ook dat God de gestorven christenen met Christus zal laten terugkomen.