11 Want wij horen dat er sommigen onder u zijn die hun plichten niet vervullen. Zij willen zich niet vermoeien met werken, maar zich wel bemoeien met andermans zaken.
12 In de naam van de Here Jezus Christus dragen wij zulke mensen op rustig aan het werk te gaan en hun eigen brood te verdienen.
13 Wat uzelf betreft, broeders en zusters, laat u niet ontmoedigen en blijf het goede doen.
14 Als iemand niet luistert naar wat wij in deze brief zeggen, moet u hem als ongehoorzaam bestempelen en links laten liggen, dan zal hij zich wel schamen.
15 Behandel hem niet als een vijand, maar als een broeder die gewaarschuwd moet worden.
16 Ik wens u toe dat de Here van de vrede u altijd zijn vrede zal laten ervaren, wat er ook gebeurt. Laat Hij bij u allen zijn.
17 Zoals aan het slot van al mijn brieven, schrijf ik, Paulus, zelf de groet. Daaraan kunt u zien dat een brief van mij komt. Kijk, zo schrijf ik.