2 Mijn vriend, ik bid dat het u in elk opzicht goed mag gaan, ook wat uw gezondheid betreft. Ik weet dat ik mij over uw omgang met God geen zorgen hoef te maken,
3 want de broeders die hier kwamen hebben mij verteld over uw trouw aan de waarheid, die blijkt uit uw oprechte manier van leven.
4 Dat heeft mij heel blij gemaakt. Niets maakt mij zo blij als het horen van zulke berichten over mijn vrienden.
5 Goede vriend, uw trouw blijkt uit alles wat u voor de broeders doet, zelfs al kent u hen niet.
6 Zij hebben hier in de gemeente over uw liefde verteld. Het is heel goed hen op weg te helpen, op een manier zoals God dat zou willen.
7 Zij zijn op reis gegaan omwille van de Here en nemen niets aan van mensen die niet in Hem geloven.
8 Daarom moeten wij zulke mensen gastvrij ontvangen. Zo helpen wij hen de waarheid meer en meer bekend te maken.