15 De stem kwam opnieuw: ‘Als God iets rein noemt zodat u het mag eten, dan mag u het niet onrein noemen!’
16 Dit gebeurde drie keer en toen werd het kleed weer in de hemel opgetrokken.
17 Petrus wist er niet goed raad mee. Hij vroeg zich af wat dat visioen kon betekenen. Op datzelfde moment stonden er enkele mannen voor de deur die gestuurd waren door Cornelius. Zij hadden het huis van de leerlooier Simon gevonden
18 en vroegen of daar ook een zekere Petrus logeerde.
19 Terwijl Petrus nog over het visioen zat na te denken, zei de Geest tegen hem: ‘Petrus, er zijn enkele mannen voor u.
20 Sta op, ga naar beneden en aarzel niet met hen mee te gaan, want Ik heb hen gestuurd.’
21 Petrus ging naar beneden. ‘U zoekt mij,’ zei hij tegen de mannen, ‘maar waarom eigenlijk?’