31 ‘Geloof in de Here Jezus,’ antwoordden zij. ‘Dan zult u gered worden en al uw huisgenoten ook.’
32 Zij verkondigden hem en zijn huisgenoten de boodschap van de Here.
33 Hoewel het midden in de nacht was, nam de cipier hen mee en waste hun striemen. Direct daarna werden hij en al zijn huisgenoten gedoopt.
34 Na afloop nam hij Paulus en Silas mee naar zijn huis en dekte de tafel voor hen. Hij en de zijnen waren heel erg blij dat ze nu in God geloofden.
35 's Morgens vroeg stuurden de rechters hun dienaars met een boodschap naar de cipier.
36 ‘Stel die mannen in vrijheid,’ zeiden zij. De cipier ging het Paulus vertellen. ‘De rechters hebben gezegd dat u mag worden vrijgelaten. U kunt vertrekken en ongehinderd verder reizen.’
37 ‘Geen denken aan,’ antwoordde Paulus. ‘Wij zijn Romeinse burgers. Ze hebben ons zonder enige vorm van proces in het openbaar afgeranseld en daarna in de gevangenis gegooid. En nu willen zij ons in stilte laten vertrekken. Nee! Laten zij zelf maar komen om ons vrij te laten.’