17 Bij onze aankomst in Jeruzalem werden wij door de christenen hartelijk ontvangen.
18 De volgende dag gingen wij met Paulus naar Jakobus. Alle christenleiders uit Jeruzalem waren er ook.
19 Na de begroeting deed Paulus uitgebreid verslag over wat God door hem onder de niet-Joodse volken had gedaan.
20 Toen zij dat hoorden, prezen zij God. Daarna zeiden zij tegen Paulus: ‘U ziet, broeder, dat hier vele duizenden Joden in Jezus zijn gaan geloven. Ieder van hen hecht grote waarde aan de wet van Mozes.
21 Maar zij hebben gehoord dat u de Joden in het buitenland leert dat zij zich niet meer aan de wet van Mozes hoeven houden. U zou hebben gezegd dat zij hun pasgeboren jongetjes niet hoeven te besnijden en ook dat zij zich niet aan de Joodse gebruiken hoeven te houden.
22 Wat moeten wij daar nu mee? Want zij zullen vast horen dat u hier bent.
23 Wij hebben een voorstel. Er zijn in ons midden vier mannen die een plechtige belofte hebben afgelegd.