31 Het is verschrikkelijk om in de handen te vallen van de levende God.
32 Vergeet nooit die heerlijke tijd toen u Christus pas had leren kennen. Al had u het zwaar te verduren, u liet de Here niet los.
33 Nu eens werd u uitgelachen en geslagen, dan weer waren anderen het slachtoffer en leefde u intens met hen mee.
34 Als er mensen gevangen werden gezet, had u net zoveel verdriet als zij. Als uw bezittingen werden afgenomen, bleef u opgewekt. U wist dat u iets beters had, wat nooit meer kon worden afgenomen.
35 Laat de moed niet zakken, want als u de Here trouw blijft, krijgt u een grote beloning.
36 U moet volhouden om de wil van God te doen. Als u dat doet, krijgt u wat Hij heeft beloofd.
37 In de Boeken staat immers: ‘Het zal niet lang meer duren voordat Hij die komen zal, terugkomt. Hij kan elk ogenblik komen.