36 Weer anderen werden bespot en afgeranseld en ten slotte geboeid in de gevangenis geworpen.
37 Zij werden gestenigd, doormidden gezaagd of met het zwaard gedood. Zij zwierven rond in schapevachten en geitevellen, door woestijnen en in de bergen.
38 Zij moesten in grotten en holen wonen, zij leden gebrek en werden vervolgd en mishandeld. Zij waren te goed voor deze wereld.
39 Al deze mensen zijn bekend geworden omdat zij op God vertrouwden. Zij hebben echter niet gekregen wat God hun had beloofd.
40 God had een beter plan, Hij wilde niet dat zij zonder ons de volmaaktheid zouden bereiken.