6 Door God de rug toe te keren, kruisigt zo iemand de Zoon van God eigenlijk opnieuw en maakt Hem bespottelijk.
7 Als op een stuk bouwland flink wat regen is gevallen en het een goede oogst heeft gegeven, is het duidelijk dat God het heeft gezegend.
8 Maar als er niets anders dan dorens en distels opkomen, is het land niets waard. Het zal worden afgekeurd en afgebrand.
9 Beste vrienden, ook al zeggen wij dit, wij geloven niet dat het voor u geldt. Wij zijn ervan overtuigd dat u iets beters te wachten staat, u zult gered worden.
10 God is niet onrechtvaardig. Hoe zou Hij al uw werk voor Hem kunnen vergeten of de liefde die u Hem hebt gegeven en nog steeds geeft door zijn kinderen te helpen?
11 Wij verlangen ernaar dat ieder van u tot het einde toe ijverig zal doorgaan, zodat het goede waarop u zo geduldig wacht, mag plaatsvinden.
12 En ook dat u de moed niet laat zakken, maar het voorbeeld volgt van de mensen die, door hun geloof en geduld, ontvingen wat God hun had beloofd.