1 Wat wij nog eens willen zeggen, komt eigenlijk hierop neer: Christus is onze hogepriester en Hij zit aan de rechterhand van God op de troon in de hemelen.
2 Hij dient God in het hemelse heiligdom, in de ware tempel die door de Here en niet door mensen gebouwd is.
3 Zoals elke priester is aangewezen om gaven en offers te brengen, zo moest ook Christus een offer brengen.
4 Overigens, als Hij nog op aarde was, zou Hij niet eens priester zijn, omdat er al priesters zijn die offers brengen volgens de Joodse wet.