1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God.
2 Het Woord was bij God in het begin.
3 Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is niets ontstaan van alles wat bestaat.
4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in zijn macht kunnen krijgen.
6 Er kwam iemand die door God was gezonden, hij heette Johannes.
7 Hij kwam om tegenover de mensen te getuigen van het licht en hen zo tot geloof te brengen.