13 Zij dachten dat Jezus had gezegd dat Lazarus lag te slapen. Maar Jezus bedoelde dat hij gestorven was.
14 Daarom zei Hij ronduit: ‘Lazarus is gestorven.
15 Ik ben blij voor jullie dat Ik er niet bij was, want nu zal jullie vertrouwen in Mij sterker worden. Kom, we gaan naar hem toe.’
16 Thomas, die ook wel Didymus werd genoemd, zei tegen de andere leerlingen: ‘Laten we meegaan om samen met Hem te sterven.’
17 Toen Jezus in Bethanië aankwam, bleek Lazarus al vier dagen daarvoor begraven te zijn.
18 Bethanië ligt op nog geen drie kilometer van Jeruzalem.
19 Er waren verscheidene Joden gekomen om Martha en Maria te troosten over het verlies van hun broer.