1 ‘Wees niet ongerust. Vertrouw op God en vertrouw ook op Mij.
2 In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. Als dat niet zo was, zou Ik het jullie wel gezegd hebben. Ik ga er nu heen om alles voor jullie in orde te maken.
3 Wanneer Ik daarmee klaar ben, kom Ik terug om jullie op te halen. Dan zullen jullie voor altijd bij Mij zijn.
4 Jullie kennen de weg naar de plaats waar Ik heenga.’
5 ‘Maar Here,’ zei Thomas, ‘wij weten niet eens waar U heengaat. Hoe zouden wij dan de weg weten?’
6 ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven,’ antwoordde Jezus, ‘Ik ben de enige weg tot de Vader.