1 Jezus hoorde dat de Farizeeën ervan op de hoogte waren dat Hij meer leerlingen kreeg en meer mensen doopte dan Johannes.
2 Jezus doopte overigens niet Zelf, maar zijn leerlingen deden dat.
3 Daarom verliet Hij Judea en ging terug naar Galilea.
4 Hij moest door Samaria
5 en kwam in de stad Sichar in Samaria. Deze stad lag vlakbij het stuk land dat Jakob aan Jozef had gegeven
6 en daar was ook de bron van Jakob. Jezus was moe van het lopen en rustte uit bij de bron. Dat was omstreeks twaalf uur 's middags.
7 Er kwam een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus vroeg of zij Hem wat te drinken wilde geven.