38 ‘Goed,’ zei Maria, ‘de Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.’ Daarop ging de engel weg.
39 Kort daarop reisde Maria zo vlug zij kon naar het bergland van Judea om Elisabeth te bezoeken.
40 Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth.
41 Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, begon het kind in haar buik te trappelen. En Elisabeth zelf werd vol van de Heilige Geest.
42 Zij jubelde het uit en zei tegen Maria: ‘Jij bent de meest gezegende vrouw van de hele wereld en jouw kind draagt Gods zegen.
43 Wat een eer dat de moeder van mijn Here bij mij op bezoek komt.
44 Want toen je binnenkwam en ik je stem hoorde, begon het kind in mijn buik te trappelen van blijdschap.