55 Hij is zijn belofte niet vergeten, want hij had Abraham en zijn kinderen beloofd altijd goed voor hen te zijn.’
56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elisabeth. Toen ging zij terug naar huis.
57 De dag kwam dat Elisabeths kind geboren werd en het was een jongen.
58 Natuurlijk kwamen haar buren en familieleden het al gauw te weten. Iedereen was blij omdat de Here zo goed voor haar was geweest.
59 Toen het kind acht dagen oud was, werd naar Joods gebruik zijn voorhuid weggesneden en kreeg hij zijn naam. Ieder die bij deze plechtigheid aanwezig was, dacht dat het kind net als zijn vader Zacharias zou heten.
60 Maar Elisabeth zei: ‘Nee! Hij moet Johannes heten.’
61 ‘Johannes? Er is toch niemand in de hele familie die zo heet!’ zei men.