60 Maar Elisabeth zei: ‘Nee! Hij moet Johannes heten.’
61 ‘Johannes? Er is toch niemand in de hele familie die zo heet!’ zei men.
62 Ze vroegen de vader wat hij ervan vond.
63 Hij maakte hun duidelijk dat hij iets wilde hebben om op te schrijven.
64 Tot ieders verbazing schreef hij: ‘Zijn naam is Johannes.’ Op hetzelfde moment kon hij weer spreken en begon hij God te prijzen.
65 Dit maakte diepe indruk op de mensen. Overal in het bergland van Judea werd erover gesproken.
66 Ieder die het nieuws hoorde, nam het ter harte en zei: ‘Wat zal er van dat kind worden?’ Want het was duidelijk dat de Here iets bijzonders met hem voorhad.