25 Nadat de huiseigenaar de deur gesloten heeft, zal het te laat zijn. Dan zult u buiten blijven staan. En als u aanklopt en smeekt: “Here, doe de deur voor ons open,” zal Hij zeggen: “Ik ken u niet.”
26 “Maar we hebben samen met U gegeten en gedronken. U hebt in onze straten gesproken.”
27 En Hij zal antwoorden: “Ik zeg het nog eens: Ik weet niet waar u vandaan komt. Ga weg! U hebt niet willen doen wat God zei.”
28 U zult huilen en knarsetanden als u ziet dat Abraham, Isaak en Jakob en alle profeten in het Koninkrijk van God zijn, maar u zelf niet.
29 Uit alle delen van de wereld zullen mensen plaatsnemen in het Koninkrijk van God.
30 En let op: sommigen die nu vooraan staan, zullen dan met de laatste plaats genoegen moeten nemen.’
31 Op dat moment kwamen enkele Farizeeën bij Hem en zeiden: ‘Ga hier zo vlug mogelijk vandaan, want Herodes wil U laten doden!’