15 Iemand bij Jezus aan tafel hoorde dit en zei: ‘Wat moet het heerlijk zijn in het Koninkrijk van God te komen!’
16 Jezus antwoordde: ‘Iemand organiseerde een groot feest en nodigde vele mensen uit.
17 Toen alles klaar was, stuurde hij zijn knecht bij hen langs om te zeggen dat ze konden komen.
18 Maar zij hadden allemaal een excuus om niet te komen. De een zei dat hij een stuk land had gekocht en daar nodig moest gaan kijken. Hij verontschuldigde zich dat hij niet kon komen.
19 De ander zei dat hij net vijf paar ossen had gekocht en die zou gaan keuren.
20 Ook hij kon niet komen. Weer een ander was pas getrouwd en daarom verhinderd.
21 De knecht ging terug en vertelde het allemaal aan zijn heer. Die was hevig verontwaardigd. Hij gaf de knecht opdracht vlug naar de achterbuurten van de stad te gaan om de armen, kreupelen, lammen en blinden uit te nodigen.