9 Ze zou haar vriendinnen en buurvrouwen bij elkaar roepen en zeggen: “Zijn jullie ook niet blij dat ik de zilveren munt die ik kwijt was, weer heb gevonden?”
10 Ik zeg u dat er bij de engelen van God grote blijdschap is als één zondaar bij God terugkomt.’
11 Jezus vertelde nog een gelijkenis. ‘Een man had twee zonen.
12 Op een dag zei de jongste: “Vader, ik wil mijn deel van de erfenis nu al hebben.” De vader verdeelde zijn bezit tussen zijn twee zonen.
13 Een paar dagen later pakte de jongste zoon zijn bezittingen en ging op reis naar een ver land. Daar verbraste hij zijn hele hebben en houden.
14 Juist toen hij niets meer over had, werd het land getroffen door een vreselijke hongersnood.
15 Het zag er heel slecht voor hem uit. Hij wist een baantje te krijgen bij een boer en moest naar het land om op de varkens te passen.