29 Tot op de morgen dat Lot uit Sodom vertrok. Toen regende het vuur en zwavel en alle mensen in de stad kwamen om.
30 Zo zal alles zijn gewone gang gaan tot de dag dat Ik, de Mensenzoon, terugkom en door iedereen gezien word.
31 Wie dan op het platte dak van zijn huis zit, moet niet naar binnen gaan om zijn spullen mee te nemen. Wie op het veld is, moet niet naar huis teruggaan.
32 Denk eens aan wat met de vrouw van Lot gebeurde!
33 Wie zijn leven niet wil loslaten, zal het verliezen. Wie zijn leven loslaat, zal het mogen behouden.
34 Die nacht zullen twee mensen in één bed slapen. De een zal worden meegenomen om bij Mij te zijn. De ander zal achterblijven.
35 Twee vrouwen zullen samen in huis aan het werk zijn. De een zal worden meegenomen om bij Mij te zijn. De ander moet achterblijven.