1 Jezus kwam in Jericho, maar bleef er niet. Hij trok meteen verder.
2 Een zekere Zacheüs, een hoofdtolontvanger, die schatrijk was,
3 probeerde Jezus te zien te krijgen. Maar hij kon niet over de mensen heenkijken, omdat hij klein was.
4 Daarom liep hij hard vooruit en klom in een wilde vijgenboom om Hem toch te kunnen zien.
5 Toen Jezus daar langskwam, keek Hij omhoog. Hij riep Zacheüs bij zijn naam. ‘Zacheüs! Kom vlug uit die boom! Want Ik moet vandaag in uw huis zijn!’
6 Zacheüs liet zich snel uit de boom zakken en ontving Jezus gastvrij in zijn huis. Wat was hij blij!
7 Maar dat was niet naar de zin van de andere mensen. ‘Nu is Hij nota bene bij die slechte man op bezoek gegaan,’ mopperden ze.