11 Zeg tegen de huiseigenaar: “De Meester vraagt of u ons de kamer wilt laten zien waar Hij en zijn leerlingen het Paasmaal kunnen eten.”
12 Hij zal jullie meenemen naar boven, naar een grote, compleet ingerichte kamer. Maak daar het Paasmaal klaar.’
13 Ze gingen naar de stad en alles was precies zoals Jezus had gezegd. Daar maakten ze het eten klaar.
14 's Avonds kwam Jezus met de andere apostelen en ze gingen allemaal aan tafel.
15 Hij zei: ‘Ik heb er geweldig naar verlangd dit Paasmaal met jullie te eten. Nog even en dan breekt voor Mij een tijd van groot lijden aan.
16 Ik zeg jullie dat Ik het Paasmaal beslist niet meer zal eten tot het Koninkrijk van God volle werkelijkheid is geworden.’
17 Hij nam een beker wijn, dankte God ervoor en zei tegen zijn leerlingen: ‘Neem deze beker en drink er allemaal uit,