11 Ten slotte begonnen Herodes en zijn soldaten Jezus te bespotten en uit te lachen. Ze deden Hem een schitterende koningsmantel om en stuurden Hem naar Pilatus terug.
12 Herodes en Pilatus waren altijd elkaars vijanden geweest, maar op die dag werden ze de beste vrienden.
13 Pilatus riep de Joodse leiders en de andere mensen weer bij elkaar en zei:
14 ‘U hebt deze man bij mij gebracht op beschuldiging van opruiende activiteiten tegen de staat. Ik heb Hem daarover duidelijk ondervraagd en ben tot de conclusie gekomen dat Hij onschuldig is.
15 Herodes vond dat blijkbaar ook en heeft Hem naar ons teruggestuurd. Nee, de man heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat.
16 Ik zal Hem zweepslagen laten geven en daarna in vrijheid stellen.’
17 Hij was namelijk verplicht iemand vrij te laten op het feest.