19 Laat Barabbas vrij!’ Barabbas zat in de gevangenis, omdat hij in Jeruzalem een opstand tegen de regering had geleid en daarbij een moord had gepleegd.
20 Pilatus ging er tegenin. Hij wilde Jezus vrijlaten.
21 Maar zij schreeuwden: ‘Kruisigen! U moet Hem kruisigen!’
22 ‘Maar waarom dan?’ vroeg Pilatus voor de derde keer. ‘Wat voor kwaad heeft Hij gedaan? Ik zie niet in waarom Hij ter dood veroordeeld moet worden. Ik zal Hem zweepslagen laten geven en in vrijheid stellen.’
23 Maar zij bleven schreeuwen dat Jezus moest sterven. Zij hielden gewoon niet op.
24 Ten einde raad besloot Pilatus hun maar hun zin te geven.
25 Hij liet Barabbas, de moordenaar, vrij. Maar Jezus leverde hij aan hen uit. Ze mochten Hem laten kruisigen.