39 Een van de misdadigers die naast Hem hing, zei spottend: ‘Zo, U bent dus de Christus? Bewijs dat eens. Red Uzelf en ons.’
40 Maar de ander snoerde hem de mond. ‘Heb je geen ontzag voor God, terwijl je hetzelfde vonnis hebt gekregen?
41 En wij krijgen ons verdiende loon, maar deze man heeft niets verkeerds gedaan.’
42 Hij zei tegen Jezus: ‘Jezus, denk aan mij als U in uw koninkrijk komt.’
43 Jezus antwoordde: ‘Vandaag zult u met Mij in het paradijs zijn. Daar kunt u zeker van zijn.’
44 Tegen de middag werd het in het hele land donker. Dat duurde tot een uur of drie.
45 Het zonlicht was weg. Plotseling scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden.