44 Tegen de middag werd het in het hele land donker. Dat duurde tot een uur of drie.
45 Het zonlicht was weg. Plotseling scheurde het zware gordijn in de tempel doormidden.
46 Op dat moment riep Jezus: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest!’ En met die woorden blies Hij zijn laatste adem uit.
47 De Romeinse officier begreep dat God de hand in dit alles had en zei vol ontzag: ‘Deze mens was werkelijk rechtvaardig.’
48 De vele mensen die naar de kruisiging waren komen kijken, gingen naar huis nadat ze dit allemaal hadden gezien. Ze sloegen zich op de borst van berouw en verdriet.
49 Jezus' vrienden en ook de vrouwen die met Hem uit Galilea waren meegekomen, stonden op een afstand te kijken.
50 Een zekere Jozef, die lid was van de Hoge Raad en uit de stad Arimathea kwam,