25 Wat hebt u eraan de hele wereld te winnen en uzelf te verspelen of schade toe te brengen?
26 Wanneer Ik, de Mensenzoon, kom in de schitterende majesteit van mijn Vader, Mijzelf en de heilige engelen, zal Ik Mij schamen voor ieder mens die zich nu voor Mij en mijn woorden schaamt.
27 Eén ding is zeker: sommigen die hier bij Mij staan, zullen niet sterven voordat zij het Koninkrijk van God hebben gezien!’
28 Acht dagen later nam Hij Petrus, Jakobus en Johannes mee de berg op om te bidden.
29 Terwijl Hij aan het bidden was, begon zijn gezicht te glanzen.
30 Zijn kleren werden verblindend wit. Ineens stonden twee mannen met Hem te praten. Het waren Mozes en Elia!
31 Zij waren gekomen in een hemels licht en spraken er met Hem over dat Hij zijn levenseinde te Jeruzalem zou volbrengen.