6 Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren riem om. Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen.
7 ‘Na mij,’ riep hij, ‘komt er Iemand die belangrijker is dan ik. Ik ben het niet eens waard de riem van zijn sandalen los te maken.
8 Ik heb u gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.’
9 Op een dag kwam Jezus daar ook. Hij was uit Nazareth gekomen om Zich door Johannes in de Jordaan te laten dopen.
10 Direct toen Hij uit het water kwam, zag Jezus dat de hemel openscheurde en de Heilige Geest als een duif op Hem neerdaalde.
11 Een stem uit de hemel zei: ‘U bent mijn geliefde Zoon. U verheugt mijn hart.’
12 Onmiddellijk daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn gestuurd.