6 Maar vanaf het begin van de schepping heeft God de mens gemaakt als man en vrouw.
7 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, zich bij zijn vrouw voegen
8 en werkelijk één met haar worden. Zij zijn niet langer twee, maar één.
9 En geen mens mag scheiden wat God heeft samengebracht.’
10 Later, toen Hij met zijn leerlingen weer thuis was, begonnen die er ook over.
11 Hij zei: ‘Als een man zijn vrouw verlaat en met een ander trouwt, pleegt hij overspel.
12 En als een vrouw haar man verlaat en met een ander trouwt, pleegt ook zij overspel.’