34 Je kunt het vergelijken met iemand die naar een ander land gaat en zijn knechten op zijn huis laat passen. Ieder van hen krijgt een taak. De portier moet op de uitkijk blijven staan.
35 Kijk dus altijd naar Mij uit, want jullie weten niet wanneer Ik kom. Het kan 's avonds zijn of midden in de nacht, tegen de morgen of als de zon al op is.
36 Pas ervoor op dat je niet slaapt als Ik plotseling kom.
37 Wat Ik tegen jullie zeg, zeg Ik tegen iedereen: blijf wakker! Kijk altijd naar Mij uit!’