13 Uit veel mensen verjoegen zij boze geesten. Zij zalfden veel zieken met olie en maakten hen gezond.
14 Ook Herodes hoorde over Jezus. Iedereen had het over Hem. Sommigen zeiden: ‘Hij is Johannes de Doper, die uit de dood is teruggekomen. Daarom kan Hij zulke grote wonderen doen.’
15 Maar anderen zeiden dat Hij Elia was en weer anderen noemden Hem een nieuwe profeet.
16 Herodes was ervan overtuigd dat Johannes de Doper die hij had laten onthoofden, weer levend was geworden.
17 Hij had Johannes namelijk gevangen laten nemen,
18 omdat deze had gezegd dat het niet goed was dat hij met Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, samenleefde.
19 Herodias kon hem daarom niet uitstaan en wilde hem laten doden.