2 Hij kwam met de arbeiders overeen dat hij ze een volledig dagloon zou betalen en zette hen aan het werk.
3 Een paar uur later ging hij er weer op uit. Op de markt zag hij nog meer mannen staan die geen werk hadden.
4 Hij zei dat zij ook in de wijngaard konden gaan werken en dat hij ze zou betalen wat redelijk was.
5 En ze gingen. Om twaalf uur en om drie uur deed hij hetzelfde.
6 Om een uur of vijf ging hij nog eens naar de stad. Weer zag hij een stel mannen die niets te doen hadden. “Waarom hangen jullie hier de hele dag rond?” vroeg hij.
7 “Omdat niemand ons heeft gevraagd te komen werken,” antwoordden zij. “Ga maar naar mijn wijngaard om de anderen te helpen,” reageerde hij daarop.
8 's Avonds zei hij tegen zijn bedrijfsleider: “Roep alle arbeiders bijeen en betaal hun loon uit. Begin bij de mannen die het laatst zijn gekomen en eindig bij hen die hier het eerst waren.”