1 Terwijl Jezus het tempelterrein verliet, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en wezen Hem op de tempelgebouwen.
2 Jezus zei tegen hen: ‘Al deze gebouwen zullen worden verwoest. Er zal geen steen op de andere blijven.’
3 ‘Wanneer zal dat gebeuren?’ vroegen de leerlingen later, toen Hij met hen op de helling van de Olijfberg zat. ‘Waaruit kunnen wij opmaken dat U terugkomt en dat deze tijd naar zijn einde loopt?’
4 ‘Laat je door niemand iets wijsmaken,’ antwoordde Jezus.