1 ‘Het Koninkrijk van de hemelen kan vergeleken worden met tien bruidsmeisjes die de bruidegom tegemoet gingen. Zij namen hun olielampen mee.
2 Vijf van hen waren dom en de andere vijf waren verstandig.
3 De vijf domme bruidsmeisjes namen wel hun lampen mee, maar geen extra olie.
4 Maar de vijf verstandige namen wel extra olie mee.
5 Toen de bruidegom maar niet kwam opdagen, maakten de meisjes het zich gemakkelijk en vielen ze allemaal in slaap.
6 Midden in de nacht schrokken ze wakker doordat er geroepen werd: “Daar komt de bruidegom! Ga hem tegemoet!”