13 Houd ermee op elkaar te veroordelen. U kunt beter deze maatstaf aanleggen: doe niets waardoor andere gelovigen in verwarring komen of waaraan zij zich ergeren.
14 Wat mijzelf betreft, heeft de Here mij ervan overtuigd dat niets op zichzelf onrein is. Maar als iemand iets onheilig vindt, dan is het voor hem onheilig.
15 Als u een andere gelovige voor het hoofd stoot door iets te eten waartegen hij bezwaar heeft, laat u zich niet door de liefde leiden. Wat u eet, mag niet zijn ondergang worden. Christus is ook voor hém gestorven.
16 Als u meent dat iets goed is, laat er dan niet iets slechts van gezegd kunnen worden.
17 In het Koninkrijk van God gaat het niet om eten en drinken. Het gaat om de rechtvaardigheid, de vrede en de blijdschap van de Heilige Geest.
18 God waardeert het als wij op deze wijze Christus dienen en de mensen zullen dat ook waarderen.
19 Wij moeten dus doen wat de vrede ten goede komt. Laten wij steeds het beste voor elkaar zoeken.