16 Als u meent dat iets goed is, laat er dan niet iets slechts van gezegd kunnen worden.
17 In het Koninkrijk van God gaat het niet om eten en drinken. Het gaat om de rechtvaardigheid, de vrede en de blijdschap van de Heilige Geest.
18 God waardeert het als wij op deze wijze Christus dienen en de mensen zullen dat ook waarderen.
19 Wij moeten dus doen wat de vrede ten goede komt. Laten wij steeds het beste voor elkaar zoeken.
20 Wat zou het verschrikkelijk zijn als wij om voedsel het werk van God zouden verwoesten. U mag inderdaad alles eten, maar als u daardoor iemand aanstoot geeft, is het verkeerd.
21 Wie vlees eet en het daardoor een andere gelovige moeilijk maakt, moet het laten. Met wijn drinken of iets anders is het net zo.
22 Uw overtuiging is iets dat alleen uzelf en God aangaat. U bent gelukkig als u zonder een schuldig geweten alles kunt eten, waarvan u meent dat het goed is.