21 Ik breng u ook nog de groeten over van mijn naaste medewerker Timotheüs en mijn landgenoten Lucius, Jason en Sosipatrus.
22 En tevens een groet in de Here van mij, Tertius, die deze brief voor Paulus heeft opgeschreven.
23 De hartelijke groeten van Gajus, bij wie ik logeer en van alle gelovigen hier. Ook nog de groeten van de stadsontvanger Erastus en van onze broeder Quartus.
24 Ik bid dat u allen de genade van de Here Jezus zult ervaren.
25 God is machtig om u sterk te maken in uw geloof. Dat is het goede nieuws over Jezus Christus dat ik breng. De waarheid over Hem is eeuwenlang verborgen gebleven, maar nu bekendgemaakt.
26 In de Boeken van de profeten werd er al over gesproken. Maar nu heeft de eeuwige God opdracht gegeven dat alle volken het moeten horen, opdat zij Hem gaan gehoorzamen en vertrouwen.
27 Alleen God is wijs en verstandig, aan Hem komt alle eer toe, door Jezus Christus, voor altijd en eeuwig. Amen.