27 De rest van Omri's geschiedenis is opgenomen in de Kronieken van de koningen van Israël.
28 Omri werd na zijn dood in Samaria begraven en zijn zoon Achab volgde hem op.
29 Koning Asa van Juda zat al achtendertig jaar op de troon, toen Achab koning van Israël werd. En Achab bleef dat tweeëntwintig jaar lang.
30 Maar hij was zelfs nog slechter dan zijn vader Omri, hij maakte het nog erger dan alle koningen van Israël voor hem.
31 En alsof dat nog niet genoeg was, trouwde hij met Izébel, de dochter van koning Ethbaäl van de Sidoniërs en begon daarna Baäl te vereren.
32 Allereerst bouwde hij een tempel en een altaar voor Baäl in Samaria.
33 Daarna maakte hij nog een afgodsbeeld en deed nog veel meer om de toorn van de Here, de God van Israël op te roepen, dan een van de andere koningen van Israël vóór hem had gedaan.