2 Daarna zei de Here tegen Elia:
3 ‘Ga naar het oosten en verberg u bij de beek Krith, daar waar de beek in de Jordaan uitmondt.
4 Drink uit de beek en eet wat de raven u brengen, want Ik heb hun opdracht gegeven u voedsel te brengen.’
5 Elia deed wat de Here hem had opgedragen en sloeg zijn kamp op bij de beek.
6 De raven brachten hem elke morgen en avond brood en vlees en hij dronk water uit de beek.
7 Maar na enige tijd droogde de beek uit, want nergens in het land viel ook maar een druppel regen.
8-9 De Here zei tegen hem: ‘Ga naar het dorp Sarfath, vlakbij Sidon. Daar woont een weduwe die u zal verzorgen. Ik heb haar daarvoor opdracht gegeven.’