35 De bovenkant van elk onderstel werd omgeven door een rand van 22,5 centimeter hoog, waaraan handvatten zaten.
36 Op de handvatten waren overal waar maar enige ruimte was engelen, leeuwen en palmbomen gegraveerd, omringd door slingers.
37 Alle tien onderstellen waren even groot en leken precies op elkaar, want zij bestonden uit hetzelfde gietsel.
38 Daarna maakte hij tien koperen wasvaten en zette die op de onderstellen. Zij hadden een doorsnee van 1,8 meter en konden achthonderdtachtig liter water bevatten.
39 Vijf van deze wasvaten werden aan de rechterkant van het vertrek geplaatst. De andere vijf stonden aan de linkerkant. Het grote koperen vat stond in de zuidoostelijke hoek, aan de rechterkant van het vertrek.
40 Hiram maakte ook de potten, scheppen en offerschalen en beëindigde zo het werk in de tempel van de Here, dat koning Salomo hem had opgedragen.
41-46 Hier volgt een lijst van de voorwerpen die hij maakte: twee pilaren, kapitelen voor op de pilaren, het vlechtwerk dat de kapitelen van elke pilaar bedekte, vierhonderd granaatappels in twee rijen op het vlechtwerk, dat de onderkant van de kapitelen moest bedekken, tien verplaatsbare onderstellen met daarop tien wasvaten, een groot vat en twaalf ossen die dat vat ondersteunden, potten, scheppen en offerschalen. Al deze voorwerpen waren gemaakt van gepolijst koper en werden gegoten op de vlakten bij de Jordaan, tussen Sukkot en Zarathan.