12 Toen riepen de mensen tegen Samuël: ‘Waar zijn die mensen die zeiden dat Saul niet onze koning moest worden? Breng ze hier, dan zullen wij ze doden!’
13 Maar Saul zei: ‘Vandaag wordt er niemand gedood, want dit is de dag waarop de Here Israël heeft gered!’
14 Toen zei Samuël tegen de mensen: ‘Kom, laten we naar Gilgal gaan en het koningschap van Saul opnieuw bevestigen.’
15 Zo gingen zij naar Gilgal waar Saul in een plechtige ceremonie voor de Here tot koning werd gekroond. Daarna werden vredeoffers aan de Here gebracht en was er grote vreugde bij Saul en het hele volk Israël.