1 De inwoners van Zif gingen opnieuw naar Saul in Gibea en vertelden hem dat David zich verborg op de heuvel van Hachila.
2 Saul haalde zijn keurkorps van drieduizend man bijeen en trok op naar de woestijn van Zif.
3 Hij sloeg zijn kamp op bij de heuvel van Hachila tegenover de Jesimonsteppe waar David zich verborg. Maar David wist van Sauls komst en
4 stuurde spionnen die zijn vermoeden bevestigden.
5 Op een nacht sloop David naar Sauls kamp om poolshoogte te nemen. Hij zag koning Saul en zijn bevelhebber Abner slapen binnen een ring van soldaten.