8 De rest van de geschiedenis van koning Joahaz is beschreven in de Kronieken van de koningen van Israël.
9-10 Na zijn dood werd Joahaz in Samaria begraven en zijn zoon Joas regeerde daarna zestien jaar vanuit Samaria. Hij besteeg de troon in het zevenendertigste regeringsjaar van koning Joas van Juda.
11 Maar ook hij was een goddeloze koning, want evenals Jerobeam moedigde hij zijn onderdanen aan de afgoden te aanbidden en gaf hij zijn volk een slecht voorbeeld.
12 De overige gegevens over de regering van Joas, inclusief zijn oorlogen tegen koning Amazia van Juda, staan beschreven in de Kronieken van de koningen van Israël.
13 Joas stierf en werd in Samaria bij de andere koningen van Israël begraven. Jerobeam de Tweede werd de nieuwe koning.
14 De profeet Elisa kreeg een dodelijke ziekte en koning Joas bracht hem een bezoek. De koning kon zijn tranen niet bedwingen en zei treurig: ‘Mijn vader, mijn vader! De Wagens en Ruiters van Israël! U bent de steun en toeverlaat van Israël.’
15 Elisa zei tegen hem: ‘Pak een boog en een paar pijlen.’ Joas deed dat