21 Hij deed alle goddeloze dingen die zijn vader Manasse ook had gedaan, hij aanbad dezelfde afgoden
22 en keerde de Here, de God van zijn voorouders, de rug toe. Hij gehoorzaamde Gods aanwijzingen niet.
23 Maar zijn naaste medewerkers smeedden een complot tegen hem en vermoordden hem in zijn paleis.
24 Het volk van het platteland nam dat echter niet, het doodde alle samenzweerders en plaatste Amons zoon Josia op de troon.
25 De rest van Amons levensbeschrijving is te vinden in de Kronieken van de koningen van Juda.
26 Hij werd begraven in een graf in de tuin van Uzza en zijn zoon Josia volgde hem op.