17 Maar het was waar: de vrouw werd al spoedig zwanger en bracht het volgende jaar een jongetje ter wereld, precies zoals Elisa had voorzegd.
18 Op een dag—de jongen was al wat ouder—zocht hij zijn vader op, die op het land aan het maaien was.
19 Plotseling riep hij: ‘Vader, mijn hoofd, mijn hoofd!’ Zijn vader zei tegen een van de knechten: ‘Breng hem naar huis, naar zijn moeder.’
20 De jongen werd thuisgebracht en zijn moeder nam hem op schoot. Maar rond het middaguur stierf hij.
21 Zij legde hem op het bed van de profeet en deed de deur van de kamer op slot.
22 Daarna stuurde zij haar man de boodschap: ‘Stuur een van de knechten met een ezel hierheen. Ik moet zo snel mogelijk naar de profeet. Ik ben zo weer terug!’
23 ‘Waarom vandaag?’ vroeg hij, ‘het is toch geen sabbat of feestdag?’ Maar zij zei: ‘Stil maar. Het is wel goed.’