12 Op die manier werd koning Josafat erg machtig en hij bouwde forten en voorraadsteden door heel Juda.
13 Hij beschikte in deze steden over grote voorraden en in Jeruzalem, zijn hoofdstad, was een groot leger gestationeerd.
14-15 Daarvan stonden driehonderdduizend man onder bevel van legeraanvoerder Adna. Daarnaast was er Johanan, bevelhebber van een leger van tweehonderdtachtigduizend man.
16 Daarop volgde Amasja, de zoon van Zichri en een zeer vroom man, met tweehonderdduizend man.
17 Benjamin leverde tweehonderdduizend mannen, gewapend met bogen en schilden en onder bevel van Eljada, een beroemd bevelhebber.
18 Ten slotte Jozabad, die honderdtachtigduizend goed getrainde mannen onder zich had.
19 Dat waren de troepen die in Jeruzalem waren gelegerd. Daarbij kwamen dan nog eens alle troepen die in de versterkte steden overal in het land lagen.