15 U zult worden gestraft met een ziekte aan de ingewanden. Door deze jarenlange ziekte zullen uiteindelijk uw ingewanden uw lichaam uit komen.’
16 De Here zette toen de Filistijnen en de Arabieren die naast de Ethiopiërs woonden, op tegen Joram.
17 Zij zetten de aanval in op Juda, braken door de verdediging heen en maakten alle waardevolle voorwerpen uit het paleis buit, evenals zijn zonen en zijn vrouwen. Alleen zijn jongste zoon Joahaz ontkwam.
18 Hierna sloeg de Here hem neer met de ongeneeslijke ingewandsziekte.
19 Twee jaar later kwamen als gevolg van die ziekte zijn ingewanden naar buiten en stierf hij onder vreselijke pijnen. Bij zijn begrafenis staken zijn onderdanen geen vuur voor hem aan, wat zij voor vroegere koningen wel hadden gedaan.
20 Joram was tweeëndertig jaar toen hij koning werd en regeerde acht jaar in Jeruzalem. Niemand rouwde om hem na zijn dood. Hij werd begraven in Jeruzalem, maar niet op de koninklijke begraafplaats.